PLATFORM EER EN VRIJHEID

PLATFORM EER EN VRIJHEID VAN HET MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ANITA NANHOE OVER CASUISTIEK ALS DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING
Anita Nanhoe is coördinator Kleinschalige Incidenten en Zedenzaken bij de GGD Rotterdam-Rijnmond en onderzoeker bij de Gemeente Rotterdam. Tevens is zij auteur van het boek ‘Mijn ouders migreerden om erop vooruit te gaan’. Op de landelijke dag sprak zij nadrukkelijk op persoonlijke titel vanuit haar eigen bedrijf Focus on Human Development. Dit gaf haar, zoals zij zelf zei, meer ruimte om vrij te spreken over het complexe onderwerp.
Anita startte haar betoog over het feit dat er al veel mooie dingen gebeuren op het gebied van aanpak en hulpverlening aan slachtoffers van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang. Ook op het gebied van deskundigheid zijn stappen gemaakt, maar er valt nog veel meer winst te behalen, zo concludeerde de onderzoeker. Zij illustreerde haar kijk op de huidige aanpak binnen het huidige beleid met een treffende praktijkcase als ervaringsdeskundige. 
Ze pleitte voor meer respect naar elkaar vanuit alle betrokken organisaties en instellingen. Respect in de breedste zin van het woord en in het bijzonder voor de drijfveer van waaruit de diverse partijen werken. Hetzij emotioneel, hetzij rationeel. Ze pleitte voor meer synchroniciteit tussen de twee drijfveren. Ook pleitte Anita voor meer respect voor het concept ‘eer’. Het is geen plat of statisch begrip, alle mensen ontlenen eer aan externe materiële of immateriële bronnen, zo stelde de schrijfster. De zaal was zeer onder de indruk en thema’s die zij benoemde kwamen in veel workshops terug.

PRESENTATIE ‘KENNIS DELEN EN BOUWEN AAN VERTROUWEN’ DOOR ANITA NANHOE
“Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een zeldzaam platform georganiseerd, een platform voor en van alle partijen die inspanning verrichten tegen eergerelateerd geweld en huwelijksdwang. Dit is een bewonderenswaardig, maar ook een uitdagend initiatief. Voor mij ligt hier de uitdaging om een voordracht te houden, waar iedere aanwezige iets aan heeft. Ik wil het daarom vandaag hebben over drie sleutelbegrippen: respect, doorontwikkeling en samenwerking. We zijn al een heel eind op weg in de aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang. Er gebeurt veel moois, maar alles kan altijd beter. En dat is waar we met z’n allen naar moeten streven.

RESPECT: EEN SLEUTELBEGRIP BIJ SAMENWERKING
Voordat we starten vraag ik u om zich voor de geest te halen wat eer voor u betekent. Wat levert uw eergevoel u op? We kunnen denken aan waardering, zelfrespect, aanzien, status, betrouwbaarheid in de ogen van derden, een goede reputatie, macht, moed, betekenis, integriteit, eigenwaarde. En dan nu de volgende vraag: wat zou u voelen als uw eergevoel beschadigd raakt? Het voorgaande gezegd hebbende benadruk ik respect vanuit twee invalshoeken. Een eerste is respect voor elkaar als samenwerkingspartners: we zijn gelijkwaardig aan elkaar, onafhankelijk van het soort werk dat wij doen. En we horen elkaar als gelijkwaardigen te bejegenen. Met respect voor alle persoonlijke en (bedrijfs)culturele verschillen. Hierover volgt later meer.

Een tweede invalshoek heeft te maken met ouders. Wij benoemden partijen in onze aanpak als slachtoffers en plegers. Ouders zien wij vaak als de plegers van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang. Maar ouders verdienen een respectvolle bejegening. Het gebeurt namelijk zelden dat ouders hun kinderen bewust beschadigen. Zij willen vaak het beste voor hun kinderen, maar zij worstelen met de vraag wat het beste is. Zij willen zoals de meeste ouders hun kinderen geven wat zij zelf in hun opvoeding als gemis hebben ervaren. Allochtone ouders hebben bovendien te maken met de zware opgave om na migratie een bestaan op te bouwen in een nieuw land met nieuwe regels en gewoonten. Hun referentiekader is gevormd in het land en het milieu waarin zij gesocialiseerd zijn. Dat is een andere dan die waar hun kinderen in socialiseren. Ouders denken veelal dat zij met de tijd meegaan en stappen vooruit hebben gezet in een vrijere opvoeding en denkwijze. Maar door migratie leven zij in een omgeving waarin de drie stappen die zij vooruit hebben gezet, nog zeven stappen te weinig zijn. De meeste mensen (ook ouders) weten niet wat hen te wachten staat na migratie. Maar allen staan voor een enorme opgave: overleven, integreren en kinderen opvoeden. En alles moet tegelijk plaatsvinden. Het tempo waarin mensen integreren verschilt, maar weinigen slagen erin om dergelijke enorme stappen in het integratieproces te zetten dat zij in gelijke tred lopen met de heersende Nederlandse maatschappelijke normen.

Naast een generatiekloof tussen ouders en hun kinderen zien we ook een cultuurkloof door de verschillende socialisatiemilieus. De vanzelfsprekendheden voor ouders, worden door nieuwe inzichten en voorkeuren van hun kinderen soms zwaar op de proef gesteld. De opvoeding is gezien de kloof een zware taak. Ouders trachten met gezag en macht kinderen op te voeden tot respectabele leden van de maatschappij en hun eigen gemeenschap. Drang, dwang en geweld zijn opvoedingsstrategieën die voortkomen uit schrik, onbegrip, angst en soms (hoe paradoxaal het ook klinkt) zelfs uit machteloosheid. Al deze emoties kunnen tot fatale agressie leiden. We hebben in de bejegening van ouders begrip nodig voor hun positie, geschiedenis, herkomst, denkwijze, voor de zware opgaven die gepaard gaan met migratie en voor hun worstelingen. Begrip leidt tot respect. Een respectabele bejegening wordt veel vaker beantwoord met bereidwilligheid. Daarnaast voorkomt het dat kinderen voor een nog grotere loyaliteitsvraagstuk komen te staan dan al het geval is. Alle partijen zijn geholpen met een respectvolle handelingswijze.

DOORONTWIKKELING
Een maatschappelijke aanpak met casemanagement. Voor de doorontwikkeling van de aanpak eergerelateerd geweld en huwelijksdwang blijven casestudies van belang. Deze geven ons inzicht in vragen als: Zijn we op de goede weg? Waar slagen we? En wat moet anders? Herhaling van casestudies geeft ook inzicht in veranderingsprocessen. Immers: niets is zo dynamisch als integratie. Waar twintig jaar geleden veel meisjes bijvoorbeeld op hun 16euitgehuwd werden, zien we tegenwoordig dat de huwelijkse leeftijd steeds meer opgerekt wordt ten gunste van de onderwijsloopbaan. Het behalen van diploma’s is echter niet altijd het doel van de onderwijsdeelname. We zien dat het niveau van onderwijsdeelname tegenwoordig vaker belangrijke inzet is voor bemiddeling van meisjes op de huwelijksmarkt.
De volgende casus is ter illustratie. Het gaat om een Hindoestaans meisje dat op haar 19e gedwongen uitgehuwd werd. Haar vader had een partner gezocht. Mocht deze haar goedkeuren, dan zou het huwelijk plaatsvinden. Zijzelf had geen inspraak. Had zij deze jongen leuk gevonden, dan was er gezien haar opvoeding en haar verwachtingen geen probleem geweest. Maar helaas vond zij de huwelijkskandidaat niet leuk. Dit meisje zat in haar eerste jaar op de HBO. Haar mentor vroeg haar in een maandelijks voortgangsgesprek hoe het met haar ging en of thuis alles goed ging. In dit gesprek vertelde zij over het gedwongen huwelijk. Haar mentor bood aan een kamer voor haar te zoeken in een studentenhuis. Voor haar was het, gezien haar herkomstmilieu, echter ondenkbaar om een huis te delen met jongens, dus weigerde zij deze hulp te aanvaarden. Haar mentor bood vervolgens aan om een kamer in een meisjesstudentenhuis te zoeken. Dit vond zij een goed idee. Zodra hij een kamer had gevonden, zou zij van huis vertrekken. Door een huis alleen met meisjes te delen, verwachtte zij de deur van haar familie nog op een kier te houden. Voordat haar mentor een kamer had gevonden, wist zij een oudere neef (via diens vrouw) over te halen tot een gesprek met haar vader. Deze neef nam in overleg met haar vader de verantwoordelijkheid over haar huwelijk over. Zo wist hij het huwelijk te voorkomen en kreeg zij ruimte voor haar studie. Haar vader voelde zich echter overruled en worstelde nog steeds met zijn verantwoordelijkheid om haar gehuwd af te leveren. Toen zij doorstroomde naar de universiteit – die veel verder van huis was – was voor hem de maat vol. Hij zette haar de deur uit. En daar begon een zelfstandig leven, waar zij in haar opvoeding niet op was voorbereid. Op een of andere manier kwam zij terecht bij een woningstichting. Het ging dermate slecht met haar dat zij niet meer in staat was om vragen te beantwoorden. De dame van de woningstichting haalde de nodige gegevens uit haar agenda en uit het GBA-systeem.
Daarmee vulde zij de formulieren in. Zij sprak met haar leidinggevende en kwam terug met sleutels van een studio. Ook had zij een afspraak geregeld bij een maatschappelijk werkster. Dit meisje moest eerst naar de maatschappelijk werkster (drie straten verder). Daarna mocht zij de sleutels van de studio ophalen. Deze hulp was heel belangrijk, maar hiermee was de worsteling nog niet voorbij. Nu moest zij zelfstandig haar weg zien te vinden in een samenleving waarin zij de valkuilen onvoldoende kende. Zo herkende zij geen drugs wanneer zij hiermee te maken kreeg. Zij was niet bekend met de geur of de effecten en wist niet waarop te letten om te zien of iemand onder invloed was. Ook kende zij de prostitutiesector niet en voorzag zij hierdoor niet wanneer zij op de verkeerde functie solliciteerde. De zorg voor de eigen veiligheid werd een belangrijke uitdaging.

WAT KUNNEN WE LEREN VAN DEZE CASUS:
• huwelijksdwang kan op alle leeftijden plaatsvinden. Op volwassen leeftijd zoals in deze casus, maar ook wanneer meisjes rond de 25 jaar zijn en zelfs bij vrouwen die gescheiden zijn;
• huwelijksdwang vindt ook plaats bij meisjes die op de hbo (of universiteit) zitten. De mentor kan op deze onderwijsinstituten een belangrijke preventieve rol vervullen;
• maatwerk (meisjesstudentenhuis) zorgt ervoor dat meisjes de stap uit huis durven te zetten om aan een gedwongen huwelijk te ontsnappen;
• familieleden kunnen een preventieve rol vervullen, waardoor situaties niet hoeven te escaleren. Zij kennen de codes die binnen de familiekring gelden;
• woningcorporaties zijn belangrijk voor doelgroepen die buiten de criteria van de vrouwenopvang vallen – er is na verstoting immers geen sprake meer van bedreiging – en voor wie de maatschappelijke opvang niet gepast is. De formele regels van de woningstichting staan echter in de weg;
• medemenselijkheid staat voorop. Succesvolle aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang blijft afhankelijk van de welwillendheid van mensen. Deze mensen zorgen ervoor dat de moeilijkste deuren open gaan en er efficiënte hulp komt;
• veel meisjes zijn in hun opvoeding niet voorbereid op een zelfstandig bestaan of op risico’s in de samenleving. Bovendien hebben zij na verstoting weinig/geen vangnet. Zij hebben hulp nodig (bijv. begeleid wonen) om de eerste periode te overbruggen. Dit geldt ook voor ‘verborgen vrouwen’ en ‘importbruiden’.

Met het voorgaande heb ik willen illustreren dat we van iedere casus kunnen leren. Met de behandelde casus toon ik aan dat er meer partijen van belang zijn in de aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang, dan de partijen die tot heden bij de aanpak zijn betrokken. Ik houd dan ook een pleidooi om de aanpak niet te zien in termen van een ketenaanpak, maar in termen van een maatschappelijke aanpak. De hele maatschappij is betrokken bij eergerelateerd geweld en huwelijksdwang. Vaak gaat het om meisjes die op school zitten, maar soms ook om meisjes die al een baan hebben. De betrokkenen (de dwingers en gedwongenen) bewegen zich binnen alle velden in de maatschappij. Mijns inziens dienen alle sporen te leiden naar casemanagers, die beschikken over een goede sociale kaart en een stevig netwerk. Deze casemanagers dienen per casus maatwerk te organiseren.

SAMENWERKING
Casestudies leveren informatie voor de doorontwikkeling van de aanpak. Doorontwikkeling betekent altijd nieuwe samenwerking in de praktijk. We komen niet ver zonder bundeling van krachten en het delen van kennis. Een probleem hierbij is het verschil in (organisatie)culturen. In de aanpak zijn professionals van diverse culturen en met diverse werkwijzen actief. We zien in de aanpak ervaringsdeskundigen, ideëel gedreven mensen, maar ook hele zakelijke mensen. Enerzijds hebben we mensen die overwegend emotioneel gedreven zijn, anderzijds mensen die vooral rationeel gedreven zijn. Dit zijn partijen die elkaar niet altijd weten te vinden. Sterker nog: emotioneel gedreven mensen irriteren zich vaak aan de rationele mensen en vice versa. Maar in de aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang kunnen we niet zonder elkaar. We vullen elkaar aan! Laten we daarom allemaal keer op keer tot tien tellen en ons gedurende die tien tellen verplaatsen in de ander, in de wereld van de ander en in de motivatie van de ander. Zo lukt het ons om elkaar te respecteren en om stappen naar het midden te zetten. Aldus kunnen we samen met elkaar optrekken in de aanpak van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang.

TOT SLOT
Respect, doorontwikkeling en samenwerking zijn drie sleutelbegrippen. Zo bestaan er meer sleutelbegrippen die van belang zijn voor een goede aanpak, een aanpak waarmee we schade trachten te voorkomen of te beperken.
De casus die ik behandelde ging over mij. Ik ken de problematiek zowel uit eigen ervaring als vanuit mijn professie. Als rode draad in de aanpak wil ik daarom graag afsluiten met het volgende statement: Iedere keuze in het leven kent een prijs. Het levert iets op, maar kost ook iets. De consequenties zijn soms klein, soms groot. Maar de consequenties zijn voor mij, dus laat de keuze ook aan mij!”

Lees hier het gehele congresverslag.