DE SAMENLEVING BREEKT, DE SAMENLEVING MAAKT

 

Betoog van dr. Anita C. Nanhoe
‘Mijn ouders migreerden om erop vooruit te gaan’
Behorende bij promotieplechtigheid van 11 april 2012
aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

 

imageDe samenleving bestaat uit velden en ieder veld bestaat uit machtsverhoudingen. Zoals in iedere setting, kennen we ook in de huidige setting machtsmeerderen en machtsminderen. U bent de machtsmeerdere en ik de machtsmindere. Om door u te worden toegelaten in de wetenschappelijke setting moest ik uw wetenschappelijk jargon leren beheersen, moest ik uw realiteit, uw belevingswereld leren kennen. Mijn wens is immers uw erkenning dat ik wetenschap beheers en wetenschap kan bedrijven. Dat ik evenals u – in alle bescheidenheid – mijzelf wetenschapper mag noemen.

Iedere setting in de samenleving bestaat uit machtsverhoudingen. Het was november 1975 toen mijn ouders met het gehele gezin naar Nederland migreerden. Nederland werd indertijd overrompeld door de gigantische migratiestroom vanuit Suriname, dat parallel plaatsvond aan de gezinsherenigingen van de voormalige gastarbeiders, onder andere uit Marokko. En dat alles ging gepaard met een oliecrisis.

Het ontmoedigingsbeleid van de overheid diende remigratie te stimuleren. Gevolg was dat mijn vader medisch afgekeurd werd voor de arbeidsmarkt, wegens een conditie waarvoor hij in de huidige samenleving na een maand ziekteverlof zijn arbeidsleven zou moeten hervatten.
Maar terugkeer was niet makkelijk. De arbeidsbetrekking in Suriname was opgezegd en retourtickets voor een gezin van zeven waren niet op te brengen, aangezien deze bijeengespaard moesten worden van een bijstandsuitkering. Dus bleven wij in Nederland.

image

De titel van mijn proefschrift is: ‘Mijn ouders migreerden om erop vooruit te gaan’. Dat geldt voor mijn ouders, maar ook voor de ouders van de Hindostaanse en Marokkaanse respondenten in mijn onderzoek. De titel van het proefschrift is dan ook een citaat van één van mijn respondenten. Een citaat dat de achtergrond van alle respondenten symboliseert en waar voor hen ook veel sentiment in schuilt.

Hun ouders trokken met hun gezin naar een onbekend land, naar een onbekende samenleving met de verwachting dat zij een betere levensstandaard zouden bereiken. Bereidwillig om daaraan te werken. Ook bereidwillig om daarvoor het één en ander te veranderen. Maar hoe dat te bewerkstelligen? In een samenleving die zij en vele anderen met hen alleen van de idealiserende verhalen kenden. Een samenleving met een onbekende gelegenheidsstructuur, voor velen ook een onbekende taal.
Alhier begon een zoektocht om een plekje in de samenleving te verwerven. Velen slaagden erin om stappen vooruit te zetten, velen ook niet. Maar weinigen doorliepen het traject zonder een prijs te betalen. Want iedere keuze in het leven beoogt iets op te leveren, maar heeft ook een prijs. Het gemis van je eigen geboorteland, het geboorteland van je voorouders, de geur van je vertrouwde omgeving en de dagelijkse beslommeringen van je bekende eigen gemeenschap. En terwijl mensen bezig zijn met overleven en leven, heeft de zoektocht het karakter van een ontdekkingsreis die gepaard gaat met integratie en emancipatie.
Toen de titel van het proefschrift bekend werd ontving ik berichten met gevoelsuitingen van vreemden, van mensen die zichzelf en hun ouders herkenden in de titel. Zelfs van burgemeester Aboutaleb ontving ik een brief waarin hij de titel van het boek associeerde met zijn eigen achtergrond. Ook zijn ouders migreerden voor een betere toekomst voor hun kinderen.

imageZoals ieder veld kent ook het migratieveld machtsmeerderen en machtsminderen. Het mag duidelijk zijn, dat de ontvangende samenleving – met name de overheid en de politieke leiders – de machtsmeerderen vormen. De allochtonen zijn in de migratiecontext de machtsminderen.
Wil de machtsmeerdere iets van de machtsminderen, dan kan dit opgelegd worden. Willen de machtsminderen hun positie veranderen, dan moet dat met de nodige tact, dan moeten zij de regels van de machtsmeerderen in het veld leren beheersen en met deze regels leren spelen. Een spel dat voor de machtsminderen gepaard gaat met vele andere opgaven in een nieuwe samenleving.

Begin april las ik een artikel van Pieter Hilhorst over zijn interview met Louis Waquant, een voormalige collega van Pierre Bourdieu. Waquant verwees in het interview naar Bourdieu, die de staat zag als een orgaan met twee handen. De linkerhand is de hand die voor de samenleving zorgt. Het onderwijssysteem maakt deel uit van deze zorg. De rechterhand is de vuist, de hand die repressief optreedt wanneer leden uit de samenleving buiten de kaders treden. Volgens Waquant is het orgaan Nederland de balans tussen beide handen aan het kwijtraken, de balans tussen zorg en repressie. De rechterhand wordt steeds fermer en de linkerhand verliest aan inzet, aan kracht.
Inderdaad worden de maakbaarheid van het eigen leven en de eigen verantwoordelijkheid steeds meer benadrukt, terwijl anderzijds steeds meer equiperende maatregelen uit onze samenleving afgeroomd worden en soms geheel verdwijnen. De ontvangende samenleving roept steeds vaker en luider om assimilatie van kansarmen. Paradoxaal genoeg verdwijnen veel mogelijkheden om de integratie van deze groepen te bevorderen.
Kijk alleen al naar het onderwijs: de studiefinanciering wordt uitgekleed, onderwijs wordt jaarlijks duurder, met een enorme kostenstijging bij doubleren. Stapelen met opleidingen wordt steeds moeilijker, bibliotheken worden wegbezuinigd of vervangen door bibliotheekbussen. Subsidies van zelforganisaties of belangenbehartigende organisaties worden stopgezet of aanzienlijk gekort. Het land met een geweldige onderwijsinfrastructuur, dat almaar stappen vooruit zette in de perfectionalisering ervan, dreigt kouder, killer en harder te worden.

imageEn dat terwijl we ons als Nederland hebben voorgenomen om tot de eerste vijf kenniseconomieën in de wereld te behoren.
Hoe kan het ook anders in tijden van economische crisis? Het gezond verstand geeft immers aan waar gekort moet worden en wat overeind moet blijven. Maar het gezond verstand van het huidige liberalisme mondt zoals geconstateerd uit in zorgvermindering enerzijds en repressie anderzijds. Is dit gezond verstand ook uw gezond verstand? Of mijn gezond verstand? Of het gezond verstand van de kansarmen? En dragen deze maatregelen bij aan de realisering van een kenniseconomie, waarin een ieder gelijke mobiliteitskansen heeft bij gelijke capaciteiten?
Willen wij toewerken – ook in dit economisch reces – naar een positie in de top vijf op de wereldlijst van kenniseconomieën, dan moeten alle neuzen binnen Nederland één richting op staan: en die richting noem ik evidence based maatwerk. De wetenschap en het beleid dienen elkaar te vinden en elkaar vast te houden.

imageIn de zaal bevinden zich vandaag onder de aanwezigen familie en vrienden, relevante organisaties, wetenschappers, beleidsmakers en politici. Allen hebben een rol in het onderwijssysteem, als machtsmeerdere of als machtsmindere. Als deelnemer, als opvoeder, als beleidsmaker of als wetenschapper. Vooral de politici, de wetenschappers en de beleidsmakers vraag ik om hun aandacht voor het maatwerk dat nodig is voor een kenniseconomie. Dat begint mijns inziens bij onderzoek waarin alle betreffende doelgroepen een stem krijgen en aldus meepraten over wat maatwerk voor hen inhoudt.

Het proefschrift ‘Mijn ouders migreerden om erop vooruit te gaan’ beschrijft de gedeelde subjectieve wereld van één (lagere) klasse, twee geslachten en drie etnische groepen, allen onderdeel van onze Nederlandse samenleving, allen onderdeel van onze kenniseconomie. Maatwerk, soms ontstaan uit beleid, soms uit toevallige omstandigheden, leidde tot het onderwijssucces van de respondenten in mijn onderzoek. Dit boek is mijns inziens slechts een fractie van het onderzoek dat Nederland nodig heeft om te komen tot maatwerk in het onderwijsbeleid en zo doende tot een toppositie als kenniseconomie.

© Dr. Anita C. Nanhoe