‘Lolita Soedamah’, tot het verschijnen van haar boek ‘Mishandeling Hindostaanse Vrouw’ een onbekende naam. Het feit dat een Hindostaanse vrouw haar huiselijk geweldservaringen had vastgelegd in een boek was opmerkelijk. Maar wat waren de bijzondere elementen van haar verhaal? Ik ging op zoek naar de culturele elementen in haar boek waar beleidsmakers en wetenschappers wat van kunnen leren.
Het verhaal van Lolita Soedamah maakte indruk op me. Het komt in grote lijnen overeen met de levens van vele autochtone vrouwen in een situatie met huiselijk geweld. Een vrouw en een man die elkaar leren kennen, elkaar huwen, de isolatie waarin het geweld plaatsvond en de vicieuze cirkel van het geweld. Maar ook een vrouw die na 23 jaren mishandeling door haar man er bewust voor koos om de regie van haar leven weer terug te grijpen. Zij pakte haar koffers en vluchtte naar Mumbai, waar zij een nieuw leven heeft gestart. In haar boek beschrijft zij haar rollen als echtgenote, moeder, zus, kind, maar ook als vrouw, als individu.
Tijd om Lolita eens te bellen. Na een korte introductie van mezelf mocht ik haar de meest persoonlijke vragen stellen. Lolita schreef uit pure eenzaamheid tijdens haar eerste periode in Mumbai: ‘Mijn pen was in die tijd mijn beste vriendin en hulpverlener omdat ik niemand kende in deze drukke stad. Toen kwam ik op het idee mijn ervaringen in boekvorm uit te brengen.’ Haar boek is geschreven in eenvoudige spreektaal. Of zoals zij dat zelf zegt: ‘Zoals ik ben, zo is mijn boek…niet moeilijk.’
Ik vroeg haar: ‘Hoe hadden de duur en de ernst van de mishandelingen voorkomen kunnen worden?’ Lolita vertelt: ‘Dit had kunnen worden voorkomen als ik eerder het lef had gehad om een keuze te maken.’ Ze had wel contact gezocht met professionals, aanvankelijk anoniem. De hulpverleners vertelden haar dat zij persoonlijk op het spreekuur moest komen. Uit angst voor de gevolgen, heeft deze stap nogal lang geduurd. Begin jaren tachtig, na vijf jaar mishandeling heeft ze contact gezocht met een Blijf-van-mijn-lijfhuis. Nadat ze voor de zoveelste keer blauw geslagen was wilde ze samen met haar twee kleine kinderen vluchten. De medewerkers van het Blijf-van-mijn-lijfhuis vertelden haar dat ze alleen vrouwen en meisjes opvingen. Haar zoontje kon daar niet tercht. Lolita besloot geen gebruik te maken van deze optie. De schrik zit nog steeds in haar lijf: ‘Mijn zoontje verlaten, dat zou ik nooit doen.’ De jaren daarop heeft zij herhaaldelijk de hulpverlening opgezocht en gesprekken gevoerd. Maar een concrete stap om uit de situatie te komen volgde pas toen beide kinderen volwassen waren.
Ongeveer twee jaar nadat zij was gevlucht, heeft zij een poging ondernomen om aangifte te doen in verband met 23 jaar mishandeling. Dit is ongeveer vier jaar geleden. ‘Daar zat ik tegenover een agent die me vroeg of ik blauwe plekken had. Ik zei tegen die goede man dat ik het levende bewijs ben, omdat ik was gevlucht uit de klauwen van mijn beul. Volgens de agent was het moeilijk om nu nog iets tegen mijn ex te doen. Ik ben toen maar weg gegaan.’ Een verbazingwekkende gebeurtenis aangezien Artikel 284 van het wetboek van Strafrecht als sinds 1903 voorschrijft dat elke vorm van geweld – ook huiselijk geweld – op klacht van degene tegen wie het gepleegd is vervolgd dient te worden[1] en de verjaringstermijn voor huiselijk geweld minimaal 6 jaar is. Maar de ervaring van Lolita staat niet op zichzelf. Meer van dergelijke signalen hebben ertoe geleid dat het politieapparaat intern brede bekendheid geeft aan de reikwijdte van de wet. Ook heeft het geresulteerd in aanscherping van bestaande wetten en aanvulling door nieuwe wetten.[2]
Een andere dimensie waar ik meer over wil weten was de familie. Welke rol hadden familieleden vervuld? En wat hadden zij kunnen doen om de lange duur en de ernst van het geweld te voorkomen? Hier heeft Lolita pas tijdens het schrijven van haar boek bij stil gestaan: ‘Tijdens het schrijven van mijn boek kreeg ik een akelig gevoel omdat ik besefte dat de opstelling van mijn familie naar mijn ex-man toe heel mild was. En dat zijn ze nog steeds. Ook mijn dochter en zoon zeiden laatst tegen me: ‘Mam, de familie had ons tenminste moeten weghalen uit de klauwen van papa’. Door deze woorden van mijn kinderen was het voor mij duidelijk dat mijn familie de struisvogeltechniek had gebruikt al die jaren. Steek je kop in het zand en je hoeft niets te zien of te horen.’ Lolita had familieleden om zich heen die van de mishandeling afwisten. Hun struisvogelhouding gaf haar het gevoel dat zij en haar kinderen als individuen niet meetelden.
Buren en vrienden hadden volgens haar veel kunnen doen als ze geweten hadden wat er zich achter de gesloten deuren afspeelde. Lolita zelf heeft het stil gehouden, op een enkele uiting na. ‘Waarom ik het stil heb gehouden? Uit schaamte. Ik wilde iedereen doen geloven dat ik perfect gelukkig was. En de hoeveelheid make-up en soms opzichtige kledingkeuze moesten mijn masker compleet maken.’
Tijdens de mishandelingen heeft Lolita nooit stilgestaan bij de gevolgen op langere termijn. Ondanks dat de kinderen ook werden geslagen. ‘Hoe dat komt? Ik denk dat ik teveel bezig was met mezelf. In die jaren heb ik in een roes geleefd. Ik probeerde mijn kinderen te beschermen tegen directe dreigingen, iets wat niet altijd lukte.’ De manier waarop ze dat deed was door zijn aandacht op zichzelf te richten zodat zij de klappen zou opvangen. ‘Hij heeft de kinderen vaak mishandeld. Vaak gebruikte hij de kinderen ook om mij te chanteren, want dat was mijn zwakste plek. Hij kon me hard terugpakken, zoals hij dat noemde, als hij de kinderen pijn deed. Dan deed ik alles wat hij wilde.’
Lolita’s dochter identificeerde zich met haar en Lolita’s zoon had het gevoel dat hij tekort schoot omdat hij haar ‘hoorde’ te beschermen. ‘Het was mijn dochter die op haar dertiende tegen me zei: ‘Mam, is dit wat mij ook te wachten staat? Is dit het voorbeeld dat ik later zal moeten meenemen naar mijn eigen leven?’ Mijn zoon zei nooit veel. Hij heeft wel ooit gezegd: ‘Ma, als ik later groot ben dan zal deze man je nooit meer kunnen aanraken.’
Lolita gelooft erin dat de overdracht van huiselijk geweld van de ene op de andere generatie ergens kan eindigen: ‘Mijn zoon is heel lief voor zijn gezin. Wat je als kind hebt meegemaakt kan heel vervelend zijn geweest, maar wat je zelf als volwassene doet is je eigen verantwoordelijkheid en niet van je opvoeders. Dat heb ik mijn kinderen duidelijk gemaakt en met die boodschap moeten ze het verleden laten rusten en verder gaan met hun heden en toekomst.’
Ook over de verwerkingsperiode heeft Lolita kunnen nadenken. Boosheid, frustraties en schreeuwen hebben een rol gehad in het verwerkingsproces, naast open communicatie. Zij heeft met haar kinderen openlijk kunnen spreken over alles dat zij met elkaar hebben meegemaakt.
Lolita heeft geweigerd haar verantwoordelijkheid bij haar kinderen te leggen: ‘De meeste vrouwen die kinderen hebben en in zo’n situatie zitten, worden het kind van hun kind. Ze leggen vaak de verantwoordelijkheid bij hun kinderen en staan vaak niet bij stil wat voor gevolgen dat heeft voor het kind. Ook wanneer kinderen volwassen zijn, leggen we onze verantwoordelijkheden bij hen. Dat heb ik geweigerd. Ik heb gekozen voor een leven waar ik niet op mijn kinderen hoef te leunen.’
Ikzelf zie dit net iets anders. Een gedeelde situatie neemt immers gezamenlijk verdriet met zich mee. Het delen van verantwoordelijkheden kan mijns inziens ook een positieve functie in het verwerkingsproces vervullen.
Lolita heeft met haar boek haar doelgroep bereikt. Zij ontvangt dagelijks e-mailberichten van dames die haar boek hebben gelezen of het juist niet durven lezen uit angst om met hun eigen onverwerkte verleden te worden geconfronteerd. Maar ook dames die nog in een huiselijk geweldssituatie verkeren mailen haar. Lolita’s boodschap is duidelijk: ‘Wacht niet 23 jaar, maar durf een beslissing te nemen. Leef voordat het leven je inhaalt.’
Lolita’s verhaal is het verhaal van een vrouw in een gevangenis. Geen Hindostaanse of Nederlandse gevangenis, maar haar eigen gevangenis. Een vrouw die op 40-jarige leeftijd geheel zelfstandig de stap durfde te zetten naar een onbekende wereld. Zij wilde weer leven. Deze vrouw ondernam een reis naar hetgeen haar al jaren beangstigde, maar haar nu ook kracht en hoop gaf: een zelfstandig leven waarin zijzelf de touwtjes in handen had over haar levenskoers. Met dit verhaal kan zij iedere vrouw iets meegeven: zolang je ademt, kun je leven!
[1] Ook andere wetsartikelen zijn van toepassing op vormen van huiselijk geweld, waaronder de artikelen 138 huisvredebreuk, 242/244-247/249/250 zeden, 285 bedreiging en belaging, 300-303 mishandeling.
[2] Huiselijk geweld heeft bij politie en justitie in een rap tempo meer aandacht gewonnen. Zo is de politie verplicht om een aangifte van een slachtoffer op te schrijven. Mocht het slachtoffer geen aangifte willen doen, dan kan de politie sinds enkele jaren toch een onderzoek starten of voortzetten. Daarnaast is per 1 januari 2009 de Wet Tijdelijk Huisverbod voor plegers van huiselijk geweld van kracht gegaan.
Door: Anita C. Nanhoe
Gepubliceerd: www.Rotterdam.nl en Surinam Superstar in 2009